Zo ben ik nu eenmaal Zo ben ik nu eenmaal
Waar komt het kwaad in de wereld vandaan? En hoe is dat te rijmen met het geloof in een goede schepping? Dat is een vraag die bij ieder van ons wel eens opkomt. Vaak wordt dan verwezen naar de zondeval. Daarmee begint in de bijbel het verhaal van de mensen, vrijwel onmiddellijk nadat ze geschapen zijn. Zo wordt ongehoorzaamheid van de eerste mensen gezien als de bron van het kwaad in de wereld. In sommige christelijke tradities wordt de gedachte van de erfzonde daaraan toegevoegd. Daarmee wordt uitgedrukt dat als gevolg van die daad alle mensen belast zijn met geneigdheid tot zondigen. In de woorden van de Heidelbergse Catechismus: wij zijn allen in zonden ontvangen en geboren. Die uitspraak roept veel vragen op. Wat is het effect daarvan op mensen die toch al een lage dunk van zichzelf hebben? Zullen we dan niet terecht een beroep doen op de verzuchting: ‘Zo ben ik nu eenmaal’? En hoe kan het ons worden aangerekend als wij mensen al voor onze geboorte door het kwaad besmet zijn?

Wat is het kwaad eigenlijk? Een voor de hand liggende omschrijving is: kwaad is wat leed veroorzaakt. Ieder mens heeft te maken met ongelukken, met ziekte en dood. Er zijn natuurrampen, zoals aardbevingen, overstromingen, bosbranden, extreme droogte, met hongersnood en schade als gevolg. Dat die leed veroorzaken valt niet te ontkennen. Maar geen mens is daar verantwoordelijk voor. Geen mens heeft daar immers voor gekozen. Soms blijft de schade noodzakelijkerwijs onverzekerd. Ook de verzekeraar kan die schade niet dragen. In de Verenigde Staten spreken de polisvoorwaarden in zo’n geval wel van ‘Acts of God’, waarvoor niemand aansprakelijk kan worden gesteld. Terloops wordt God hier voorgesteld als de aanstichter van alles, ook van het kwaad. Ook dat roept vragen op. Maar er is ook een keerzijde. Leed dat door geen mens wordt aangericht, en dat ons eenvoudig overkomt, roept ook medeleven en hulp van anderen op. Als mensen in samenwerking met elkaar het leed van anderen proberen te verzachten brengt dat mensen ook dichter bij elkaar. Zo bezien kan er uit ellende ook iets goeds voortkomen. Als we later terugdenken aan een nare periode kunnen dan ook goede herinneringen naar boven komen.

Hoe anders is dat bij leed dat mensen elkaar aandoen. Het verdriet gaat dan gepaard met gevoelens van woede en wraak, wat weer leidt tot nieuw leed. Oorlogen met hun massale geweld en vernietiging belasten generaties lang de verhouding tussen landen. Grote aantallen mensen worden voor de rest van hun leven beschadigd, wat ook belastend is voor hun kinderen.

Volgens het evangelie van Matteüs leerde Jezus zijn leerlingen bidden om bevrijding uit de greep van het kwaad (6:13). Daarmee wordt uitgedrukt dat het kwaad mensen gevangen houdt. We moeten daarbij niet alleen denken aan het veroorzaken van leed. In de beschrijving van het oordeel over goed en kwaad door de Mensenzoon (in Matteüs 25) worden mensen veroordeeld omdat ze geen zorg hebben geboden waar dat nodig was, en zo hebben nagelaten leed te voorkomen. In zijn evangelie beschrijft Johannes een lang twistgesprek met de Farizeeën. Daarin zegt Jezus: iedereen die zondigt is een slaaf van de zonde (8:34). Dat kunnen we herkennen. Wie een eerste keer over de schreef gaat voelt zich nog wat bezwaard. Maar bij elke volgende keer wordt dat gevoel al snel minder. Misdadig gedrag kan dan dwangmatig worden. Zo leidt het kwaad tot een verlies van vrijheid. In het gesprek dat Johannes weergeeft belooft Jezus vrijheid aan wie zijn woorden ter harte neemt. Vrijheid betekent vaak dat je doen kunt wat je wil. Maar wie niet anders kan dan toegeven aan zijn eigen verlangens, die is niet vrij, maar verslaafd. Vrij is hij die in staat is zijn eigen verlangens opzij te zetten, ter wille van een ander. Dat is de vrijheid die Jezus belooft.

Op de vraag naar de oorzaak van het kwaad dat ons treft hebben we geen afdoende antwoord. Maar het is wel volkomen duidelijk wat onze houding tegenover het kwaad moet zijn. Het is een opdracht aan ons allen om hulp en troost te bieden waar verdriet wordt geleden. Die opdracht is nooit voltooid. 

Gerard Nienhuis

 
terug