Dankbaarheid brengen en zegen uitdelen Dankbaarheid brengen en zegen uitdelen
Laten we op elkaar letten en elkaar aansporen tot liefde en goede daden, en in plaats van weg te blijven van onze samenkomsten, zoals sommigen doen, elkaar juist bemoedigen, en dat des te meer naarmate u de dag van zijn komst ziet naderen. Hebreeën 10: 24 – 25

De maand januari is de maand van de kerkbalans en februari de maand waarin we kunnen zien wat dit heeft opgeleverd, maar vaak ook de maand waarin een aantal leden zich uitschrijft van de kerk. Een veel gehoorde klacht is dat je nooit wat van de kerk hoort, behalve als ze geld van je nodig hebben. En als dat zo is, dan is dat jammer en zeker niet de bedoeling. De vraag is alleen over wie dat wat zegt. Over de kerk die nooit wat van zich laat horen? Of over het lid dat niet betrokken is bij of deelneemt aan wat de kerk organiseert? Op zondag wordt er in ieder geval een eredienst gehouden die voor iedereen toegankelijk is, zelfs in je eigen huiskamer. En daar is zeker wat te horen van de levende gemeenschap die kerk heet!

In onze maatschappij is de stelregel dat het je wat moet opleveren. Je kunt daarom ook naar de kerk komen met het idee dat je iets hoort te krijgen en beloond te worden voor het feit dat je er bent. Maar eredienst en liturgie dragen in zich de vraag: wat kom ik vandaag brengen? Hoe ontmoet ik God en draag ik bij aan de gemeenschap? Bijvoorbeeld: Tijd, apart gezet voor God om je hart open te stellen en van Hem te leren. Een gebogen hoofd om Hem te danken dat je in staat bent om vandaag in zijn huis te zijn en het wonder dat je steeds weer bij Hem welkom bent en Hij je vergeeft. Een opgeheven hoofd dat gericht is op de Heer van de kerk en Hem de lof toezingt met liederen tot zijn eer. En natuurlijk de collecte om je dankbaarheid te tonen voor de zegen en overvloed die je hebt ontvangen. En na de dienst een uitgestoken hand om medegelovigen te ontmoeten en te bemoedigen en te helpen waar nodig.

En wat mogen we ontvangen? Wat heeft de Here Jezus ons gebracht? God zegt in zijn liefde tegen ons: Ik kijk naar jou terwijl Mijn Zoon tussen jou en Mij in staat en Ik zie de zondeloosheid en zuiverheid van mijn Zoon en door Hem zie Ik in jou geen zonde meer. Het gaat er niet om wat jij hebt gedaan, maar het gaat erom dat je gelooft wat Mijn Zoon Jezus heeft gedaan. Door deze liefde zijn we vrij om Gods huis binnen te gaan en tegelijkertijd zijn wij ook zelf een tempel van de Heilige Geest die in ons woont. Met vrijmoedigheid mogen wij naderen en onze God ontmoeten in zijn huis en in ons eigen hart. Als we beseffen hoe bevoorrecht we zijn, dan kan dat ons niet anders dan inspireren tot liefde. Liefde voor God en liefde voor elkaar als gemeente. We zijn een levende gemeenschap, waar binnen we allemaal onze verantwoordelijkheid hebben. Niet alleen de Kerkenraad of de mensen met een taak, maar wij allen zijn geroepen om actief betrokken te zijn en de gemeenschap levend te houden. Hierbij moeten we op elkaar letten en elkaar aansporen, zodat niemand buiten blijft staan, of achter blijft, of de eigen samenkomsten overslaat. Maar we moedigen elkaar aan om vast te houden, mee te gaan en in verbinding te blijven. En dat op elkaar letten is niet bedoeld in de zin van elkaar een verwijt maken als je merkt dat de ander het contact een beetje kwijt is geraakt. Maar elkaar liefdevol erbij trekken door aan te geven dat je de ander hebt gemist, omdat de samenkomsten een onmisbaar deel zijn van het geloofsleven.
 
Geloven doe je niet alleen, kun je niet alleen, daar heb je elkaar bij nodig. Ter bemoediging, maar ook om de onderlinge liefde en betrokkenheid te ervaren. En als gemeenschap ben je er niet voor jezelf, maar om door liefde en goede daden zegenend aanwezig te zijn daar waar je gesteld bent. In deze tijd vergt dat creatief bedenken hoe we elkaar kunnen aansporen, maar dat is dus niet een taak van de Kerkenraad alleen, maar van ons allemaal.

Wat de toekomst ook zal brengen, het is een toekomst vol van hoop, want wij mogen onze Here Jezus Christus volgen. Dat is ons geloof, daaruit bestaat onze hoop en daarom blijven wij liefhebben en elkaar vasthouden en zoeken naar wegen om samen een levende gemeenschap te vormen. Laten we zo als gemeente het komende jaar kijken wat we kunnen brengen en wie we mogen zegenen. Met onze betrokkenheid en in het omzien naar elkaar. Dankbaarheid brengen en zegen uitdelen om zo samen gemeente van onze Heer te zijn.

Rixt de Boer
 
terug