De steppe zal bloeien!
De steppe zal bloeien!
De steppe zal bloeien! De Geest des Heren heeft een nieuw begin gemaakt, in al wat groeit en leeft zijn adem uitgezaaid. De Geest van God bezielt wie koud zijn en versteend herbouwt wat is vernield maakt één wat is verdeeld. Pinksteren in het tweede coronajaar, het regent en het is koud. Het weer past zich naadloos aan de situatie in onze gemeente aan. Ondanks de voortgang in de bestrijding van de pandemie leven wij nog op onze eilanden. Wij zijn van elkaar verwijderd door het gevaar dat ontmoeten met zich meebrengt. Meer dan een jaar komen wij nu al niet meer samen rond het Woord en zingen wij onze ziel niet meer los van wat haar drukt en benauwt. De techniek en digitale hulpmiddelen zijn ons zeer ten dienste om samen te vieren. Toch verbrokkelt ons gemeenteleven en delen wij minder met elkaar. Zal er straks in de post-coronatijd sprake zijn van herbouw van wat verloren ging? Wij zijn in Hem gedoopt Hij zalft ons met Zijn vuur. Hij is een bron van hoop in alle dorst en duur. Wie weet vanwaar Hij komt wie wordt zijn licht gewaar? Hij opent ons de mond en schenkt ons aan elkaar. Die laatste regel is het hart van elke christelijke gemeenschap, dat wij elkaar gegeven zijn. Niet uitgezocht, niet zelf gekozen, nee, geschonken. Wij hebben het nodig om te ontmoeten en te delen en samen te zoeken vanwaar de Geest komt. De Geest van hoop, het vuur van de liefde. Daarom is deze tijd, waarin het gemeentezijn wordt afgeknepen door de maatregelen ten behoeve van onze gezondheid, een tijd van sociale armoede en ligt verdorring en verdroging voor ieder van ons op de loer. Verlies en rouw konden en kunnen maar beperkt worden gedeeld. Vreugde en dankbaarheid al evenzo. Wij kijken uit naar de dag dat de beknellingen worden opgeheven en wij weer kunnen ademhalen op het ritme van onze psalmen en gezangen in samenzang en samenkomst. Tot eer van Hem die ons gedacht heeft. De Geest die ons bewoont verzucht en smeekt naar God dat Hij ons in de Zoon doet opstaan uit de dood. Opdat ons leven nooit in weer en wind bezwijkt, kom Schepper Geest, voltooi wat Gij begonnen zijt. Nu het gemeentezijn zo fragmentarisch is hebben weer en wind meer grip op ons. Als eenlingen vangen wij de volle tegenwind . Wij mogen er niet van uitgaan dat niemand zal bezwijken onder de druk. Het omzien en het goede doen is nu belangrijker dan ooit tevoren, zodat iedereen kan weten dat hij of zij gezien is en dat wat er ook gebeurt niet onopgemerkt zal blijven. Arie Ravensbergen | ||
terug | ||