Wat ons te doen staat Wat ons te doen staat
Zondag 29 november 2020. De eerste adventszondag van een ongewoon jaar, waarin we voortdurend en aanhoudend moeten nadenken en anders moeten handelen dan we gewend zijn en waren. Er zijn in de geschiedenis meer tijden geweest die ongewoon waren en een ander licht wierpen op onze gewone manier van samenleven. Echter voor de meeste generaties die nu leven is dit de eerste ervaring met een zo grote verstoring van het gewone. De verstoring treft ons in alle sociale verbanden waarin wij verkeren. Tot in de kring van de eigen familie worden wij geacht verantwoordelijkheid op ons te nemen en elkaar maar zeer beperkt te ontmoeten. De overheid, ónze overheid, vraagt ons dit te doen  in het belang van ons allen. En nu is het december geworden. De tijd waarin wij naar binnen keren. We zoeken de warmte in onze huizen en bij elkaar. We zoeken dit in de feesten van december en de rituelen die daar bij horen. Het belangrijkste in die rituelen is het leven delen in de vertrouwde kring van gezin, familie en goede vrienden, in de ontmoeting.  Het met elkaar delen van het grote verhaal van de komst van Gods zoon in onze wereld en in ons leven. We doen dit in de kerk, thuis met de familie of soms in de vriendenkring. Dit jaar zal onze kring ook in die hoogtijdagen anders zijn  dan het gewone. Geen samenkomst met velen, geen samenzang, geen feestdis met velen. We zullen en moeten ons aanpassen en het anders doen dan in een gewoon jaar,  in het belang van ons allemaal. Hoe vullen wij dit anders samenzijn van deze tijd in, in dit jaar 2020? Vanmorgen klonk er in een bijna lege kerk dit bekende lied: Verwacht de komst des Heren, o mens bereid u voor: reeds breekt in deze wereld het licht des hemels door. Nu komt de vorst op aard, die God zijn volk zou geven; ons heil, ons eigen leven vraagt toegang tot ons hart. Bereid dan voor zijn voeten de weg die Hij zal gaan; wilt gij uw Heer ontmoeten, zo maak voor Hem ruim baan. Hij komt,  - bekeer u  nu, verhoog de dalen, effen de hoogten die zich heffen tussen uw Heer en u. Deze woorden klinken niet anders dan in andere jaren. In welke situatie ons leven zich ook bevindt, telkens keert deze oproep aan ons terug. God komt naar onze wereld. God komt voor jou en mij naar deze wereld. Hij komt in het zwakke en onaanzienlijke, Hij komt in het verborgene. Hij komt daar waar wij niet willen zijn. Hij komt daar waar wij geen plaats hebben voor Hem. Zijn komen confronteert ons met alles in ons wat niet vlak en effen is. Het confronteert ons met de hoogte die wij opwerpen en de muren die wij bouwen. Misschien is 2020 wel een jaar om met elkaar opnieuw en anders de diepte van dit verhaal te leren verstaan. Niet in het grote, niet in het mooie, niet in het vele vinden wij de ontmoeting waar het in dit lied over gaat. In de ontmoeting ligt ons heil, het goede besloten. Als wij willen ontmoeten moeten wij onze levens en onze levenspraktijk effen maken, zodat er een weg is om te gaan voor Hem die komt en er een weg komt naar de ander in wie wij Hem ontmoeten. Dit jaar ontmoeten wij elkaar in kleine kring en vieren wij deze komst met weinigen. In die kleine kring is er misschien meer ruimte om tot een echte ontmoeting met elkaar te komen.  Om samen  te spreken over de zaken die er echt toe doen, en om samen het goede te vinden voor nu en voor morgen. Ik wens u toe oren die luisteren een hart dat deelt en stilte om het wonder van Zijn komst te mogen ervaren in het gelaat van hem die u ontmoet. Vrede en alle goeds, Arie Ravensbergen  
terug