Wijsheid en het woord van God Wijsheid en het woord van God


Wijsheid en het woord van God

De Bijbel is voor de christelijke kerk sinds eeuwen ongetwijfeld het belangrijkste boek. Ze geldt als de standaard van het geloof. In de christelijke traditie is het gebruikelijk om de Bijbel aan te duiden als het woord van God. In de geschiedenis van de kerk wordt daarmee het gezag van de tekst uitgedrukt. Dat wordt soms nog versterkt door de Bijbel zelf aan te duiden als onfeilbaar. Maar wat betekent dat in de handen van feilbare mensen? Vergeten wordt dan dat de Bijbel is ontstaan door de harten en de hoofden van mensen heen. De toevoeging ‘onfeilbaar’ leidde er soms toe dat bij een verschil van inzicht over verschillende interpretaties van Bijbelteksten aan de eigen uitleg goddelijk gezag werd toegekend. Kerkscheuringen en godsdienstoorlogen waren niet zelden het gevolg.

Hoe vertrouwd het ook klinkt, het lijkt me niet verstandig om de uitdrukking ‘het woord van God’altijd gelijk te stellen aan de Bijbel. Daar zijn verschillende redenen voor. Eén reden is dat de Bijbel zelf veel spreekt over ‘woord’. Daarbij wordt niet de Bijbel zoals wij die kennen bedoeld. Die bestond bij het schrijven van de tekst immers nog niet.


Ik denk aan de beeldende tekst uit Psalm 119: Uw woord is een lamp voor mijn voet, een licht op mijn pad (105). Vaak wordt de lamp opgevat als aanduiding van de gehele Bijbel. Maar uit vers 1 van deze psalm gaat het hier om de wet, die ons de weg wijst die we moeten gaan. In het boek van de Psalmen zijn mensen aan het woord, in allerlei situaties. Er zijn lofliederen op de grootheid en de schoonheid van de HEER en van zijn schepping, er zijn klaagliederen van mensen in nood, dankliederen voor uitredding uit nood, en liederen voor pelgrims op hun bedevaart.

Een bijzonder gebruik  van de term ‘het Woord’ kennen we uit hoofdstuk 1 van het evangelie van Johannes. Dit leest als een hymne op de schepping, waarvan het Woord het fundament is, en waardoor alles wat bestaat is ontstaan (vers 1-5). Dit Woord is mens geworden, hier aangeduid als de Zoon van de Vader (vers 14). Deze mens kennen wij als Jezus. Dit is in onze vertaling van de Bijbel de enige plaats waar het Woord een hoofdletter heeft. Het gaat dan ook om een persoon.
Deze verzen van Johannes doen sterk denken aan een tekst uit Spreuken, waarin ook een begrip met een hoofdletter wordt geschreven, en als persoon voorgesteld. Het gaat om hoofdstuk 8, waarin Wijsheid als persoon optreedt. Zij is een vrouw, die mensen oproept tot wijsheid, in een wereld waarin vooral kennis aandacht krijgt. En kennis zonder wijsheid kan gevaarlijk zijn. Vrouwe Wijsheid staat aan de basis van de schepping. Zij stelt zich voor met de woorden (22-30):
De HEER heeft mij vóór al het andere verworven.
Toen hij zijn scheppingswerk begon, schiep hij eerst mij.
Ik ben in het begin gemaakt, nog voor alles er was,
nog voor de aarde vorm kreeg.
Toen er nog geen oceanen waren, werd ik voortgebracht,
nog voor de bronnen met hun waterstromen.
Ik was erbij toen hij de hemel zijn plaats gaf en een cirkel om het water trok.
Ik was zijn lieveling, een bron van vreugde, elke dag opnieuw.
Ik was altijd verheugd in zijn aanwezigheid.

Haar woorden voegen een nieuw aspect toe aan wat de Bijbelverhalen ons leren over de schepping.

De uitspraak dat de Bijbel woord van God is betekent voor mij dat mensen hebben ervaren dat God tot hen spreekt door de woorden van de Bijbel heen. Maar God is daarmee nog niet uitgesproken.

Gerard Nienhuis

 
terug