Hoop Hoop



Hoop

De gang van de geschiedenis ordenen we door de jaren een nummer te geven. Omdat we tien vingers hebben vormen onze handen een natuurlijk telraam. We schrijven daarom getallen in een stelsel dat gebaseerd is op het getal 10. Een periode van tien jaren is een decennium, en tien decennia vormen een eeuw. In onze reis door de tijd zijn we nu aangeland in het 21e jaar van de 21e eeuw.

Waar hopen we op in dit nieuwe jaar? Voor ieder mens is dat anders. Maar het bijzondere van deze jaarwisseling is de heersende coronapandemie, waar we maar geen greep op lijken te krijgen. Bijzonder is vooral dat we als mensheid wereldwijd allen in dezelfde situatie verkeren. Het virus heeft ons allemaal in de greep. In de strijd daartegen zijn we elkaars bondgenoten. Dat lijkt een uitgelezen aanleiding om ook wereldwijd samen te werken. Maar juist in de afgelopen jaren worden allianties en verdragen verbroken. Internationale samenwerking wordt verzwakt, concurrentie en competitie nemen toe. In vele landen, ook in het onze, groeit de weerstand tegen de opgelegde maatregelen. De beperkingen worden vaak genegeerd, waardoor het aantal besmettingen blijft toenemen. Hetzelfde geldt voor het aantal sterfgevallen. Beperkingen hebben geen effect als ze niet worden opgevolgd. Het gevolg is dat ze langer van kracht moeten blijven, wat weer grotere problemen geeft voor getroffen sectoren. De hoop is nu gevestigd op de vaccins, die door een enorme inspanning van wetenschappelijk onderzoek en intensieve medicijnontwikkeling in recordtijd zijn ontwikkeld. Door de mogelijkheden van onderwijs en overleg via beeldverbindingen online kunnen de beperkingen deels worden opgevangen. Zo blijft de hoop levend dat aan deze pandemie een einde zal komen. Wat blijft is het gevoel van onzekerheid. Hoe lang gaat dat nog duren?

Ook in het Nieuwe Testament is sprake van toekomstverwachting. In zijn evangelie schrijft Matteüs over Jezus die spreekt over het koninkrijk van de hemel. Marcus en Lucas gebruiken bij voorkeur de uitdrukking koninkrijk van God. Johannes gebruikt in zijn evangelie vaak de uitdrukking eeuwig leven, waar de andere drie evangelisten het koninkrijk noemen. In dit koninkrijk zijn vele rollen omgekeerd: de eersten worden de laatsten, de nederige is belangrijker dan de machthebber, wie zijn leven wil behouden tot elke prijs, die zal het verliezen, en wie als groot beschouwd wil worden moet dienaar van allen zijn. Jezus kiest zijn leerlingen uit de onaanzienlijken, en noemt hen het licht der wereld. Uit woorden van Johannes de Doper en na hem van Jezus kun je de indruk krijgen dat het koninkrijk er al is, en dat we eenvoudig worden opgeroepen te leven volgens de wetten van dat koninkrijk. Misschien is dat helemaal niet zo’n verkeerde indruk.

Toch wordt het koninkrijk van de hemel vaak in de toekomst gedacht. Ook dat is niet zo vreemd. In het koninkrijk heerst gerechtigheid, wat je van onze wereld moeilijk kunt zeggen. Jezus leert ons bidden tot de Vader: Laat uw koninkrijk komen. Ook daaruit kun je opmaken dat het nog niet gekomen is. De schrijver Van het Reve eindigt een gedicht dan ook met de verzuchting: Dat koninkrijk van u, weet u wel, wordt dat nog wat?

Het vraagt volharding om de hoop niet te verliezen, ongeacht de omstandigheden. Als de coronabeperkingen langer blijven gelden dan we gehoopt hadden, dan kunnen we bedenken dat uiteindelijk aan alles een eind komt, ook aan het kwaad. We kunnen beseffen hoe anders de situatie zou zijn zonder de moderne wetenschap en de digitale techniek. Ook bij ziekte of ouderdom hoeven we de moed niet te verliezen. Evenals geloof wordt de hoop gedragen door het vertrouwen dat ons leven geborgen is bij God, die ons het leven schonk. Hij is van het leven de oorsprong, het doel en de zin.
Gerard Nienhuis

 
terug