Een Pinkstergedicht van Co ’t Hart getiteld: Pinksterdroom
Een Pinkstergedicht van Co ’t Hart getiteld: Pinksterdroom
Een windvlaag! Tongen als van vuur en open ging de zaal! Ik zag een stroom apostelen, hoorde een nieuwe taal! Ik zag het stomverwonderd aan, was dit nu echt De Geest? Of droomde ik alleen maar van een vurig Pinksterfeest? Zit ik dan straks weer in de kerk, zingend, ’s zondags gekleed, naast mensen waarvan ik de pijn en eenzaamheid niet weet? Is daar mijn God een verre God, gevat in een verhaal, van een voorbije werk’lijkheid in een verleden taal? O Windvlaag, tongen als van vuur, wie durft er op te staan, wie draagt het levenmakend woord hier juichend blij vandaan? Wie steekt vandaag de wereld aan, wie roept het uit: Hij leeft! Want als er niemand op zal staan, geen mens hier antwoord geeft; Dan dooft de windvlaag zelf het vuur, dan loopt de kerk straks leeg, door een verloren mensenstroom die heel het feest verzweeg. | ||
terug | ||