Paasgedicht van Nel Benschop
Paasgedicht van Nel Benschop
PAASMORGEN O Heer! Wat een morgen toen Gij vol majesteit het graf verliet dat Uw gemarteld lichaam had verborgen en eng’len juichten in een overwinningslied! O Heer! Wat een morgen toen wachters vol ontzetting zijn gevlucht en zij het wonder achter leugentaal verborgen en voordeel trokken uit hun vals gerucht. O Heer! Wat een morgen toen vrouwen stonden bij het open graf en vol van schrik hun aangezicht verborgen totdat een engel hun Uw boodschap gaf. O Heer! Wat een morgen toen Gij Maria Magdalena hebt gezocht, haar hebt verlost van twijfel en van zorgen en zij U als de Levende aanschouwen mocht! O Heer! Wat een morgen toen Petrus Uw vergiffenis ontving waar hij zich in zijn wanhoop dacht verworpen om zijn drievoudige verloochening. O Heer! Wat een morgen wanneer Gij zegt: ‘De dood is er niet meer!’ en ik, voor eeuwig in Uw hart geborgen zal ingaan tot de vreugde van mijn Heer! | ||
terug | ||