zondag 7 oktober 2018 om 10:00 uur

Welkom
 
Intochtslied 737 ‘Jeruzalem, mijn vaderstad’, verzen 1, 2 en 3
 
Bemoediging en groet
 
Klein Gloria
 
Gebed om ontferming
 
Psalm 105 ‘Loof God de Heer, en laat ons blijde’, verzen 1 en 3
 
Woorden ten leven: Johannes 1: 40 t/m 45
 
Gebed om de aanwezigheid van Gods Geest
 
Kinderlied ‘Kom aan boord’ www.youtube.com/watch?v=bVqPvGQy_UQ
Kinderen gaan naar de Kindernevendienst
 
Lezing Oude Testament: Genesis 12: 1 t/m 9
 
Lied 803 ‘Uit Oer is hij getogen’, verzen 2 en 3
 
Lezing Nieuwe Testament: Johannes 21: 15 t/m 17
 
Psalm 121 ‘Ik hef mijn hoofd op naar de bergen’ (Opwekking 640), tekst onderaan
 
Overdenking
 
Geloofsbelijdenis lied 344 ‘Wij geloven één voor één’
 
Afscheid nemen van twee ambtsdragers
Aftredende ambtsdragers komen naar voren en gaan weer terug
 
Presentatie van vier aantredende ambtsdragers
 
Antwoord gemeente: Wij danken de Heer, onze God
 
Lied 704 ‘Dank, dank nu allen God’, vers 1
 
Opdracht
 
Gebed
Lied 360 ‘Kom Schepper, Geest, daal tot ons neer’, vers 1
 
Aantredende ambtsdragers komen naar voren
Gelofte en bevestiging
 
Gemeente gaat staan
Aanvaarding en verwelkoming
Antwoord gemeente: Ja, van harte!
 
Lied 363 ‘Dat ’s Heren zegen op u daal’
Aangetreden ambtsdragers gaan terug naar hun plaats. Gemeente gaat zitten
 
Dankgebed, voorbeden, stil gebed en ‘Onze Vader’
 
Mededelingen
 
Woorden van dank
Kinderen komen terug uit de Kindernevendienst met een attentie voor de afscheid nemende en de nieuwe ambtsdragers
 
Inzameling van de gaven
 
De kinderen in de oppasdienst kunnen nu gehaald worden
De tieners uit de Jeugdkerk komen binnen
Slotlied 834 ‘Vernieuw Gij mij, o eeuwig licht’
 
Zending en Zegen, gevolgd door: ‘Zing amen’
 
Voor in de kerk: bedanken afscheidnemende ambtsdragers en bemoedigen nieuw bevestigde ambtsdragers
Tekst Psalm 121 Opwekking 640
Ik hef mijn ogen op naar de bergen,
waar komt mijn hulp vandaan?
Ik hef mijn ogen op naar U, Heer,
die mij bij zal staan.
Mijn hulp is van U, Heer,
die alles heeft gemaakt.
U zult voorkomen dat ik wankel of val.
U bent mijn beschermer, die over mij waakt,
die niet sluimeren of slapen zal.
Wat kan mij gebeuren door zon of door maan?
U bent mijn schaduw, U bent er altijd.
Bewaart heel mijn leven;
mijn komen en gaan,
U beschermt mij tot in eeuwigheid.
Mijn hulp is van U, Heer!
Mijn hulp is van U, Heer.
O, van U!