Die ene vraag Die ene vraag


Die ene vraag

In het verhaal van de Opstanding uit het Johannes’ evangelie staat twee maal de vraag aan Maria uit Magdela: ‘Waarom huil je?’.
Het evangelie verhaalt niet of Maria huilt, als ze aan twee van Jezus’ leerlingen vertelt: ‘Ze hebben de Heer uit het graf weggehaald en we weten niet waar ze hem nu hebben neergelegd’. We kennen van de leerlingen geen reactie naar Maria, alleen dat ze zich haasten naar het graf.
Bij de twee engelen in het graf is Maria’s antwoord op de vraag: ‘Waarom huil je?’ bijna hetzelfde als in haar bericht aan Jezus’ leerlingen: ‘Ze hebben mijn Heer weggehaald en ik weet niet waar ze hem naar toe gebracht hebben’. Het verschil is vooral dat Maria’s antwoord bij de engelen veel persoonlijker is. Daar is het ‘mijn Heer’ in plaats van ‘de Heer’ en ‘ik’ in plaats van ‘wij’.
Als Jezus aan Maria vraagt waarom ze huilt en wie ze zoekt, antwoordt Maria als aan de tuinman: ‘Als u hem hebt weggehaald, vertel me dan waar u hem hebt neergelegd, dan kan ik hem meenemen’. Maria had ook kunnen uitroepen: ‘Dat snapt u toch zeker zelf wel, als u dat lege graf ziet!’. Maria had de tuinman kunnen beschuldigen van het stelen van Jezus’ lichaam of ze had sprakeloos kunnen worden. Maar nee, Maria stelt een beleefde vraag, waarbij ze ‘de tuinman’ ook een eervolle uitweg biedt.

Ik vermoed dat we de vraag ‘Waarom huil je?’ weinig stellen of beantwoorden.
Het voelt wat beschaamd: huilen waar anderen bij zijn of getuige zijn van huilen. We willen ons vaak liever ‘groot’ houden en ons verdriet niet al te openlijk tonen. Soms gaan we troosten met woorden: zeggen dat we het begrijpen of verklaringen geven. In het Bijbelboek Job lezen we dat het beter is om te beginnen met stil zijn en geduldig wachten tot de ander het initiatief neemt om te vertellen en dan zonder oordeel en advies luisteren.
De vraag naar het waarom van huilen, is waardevol om aan onszelf te stellen. Pas na een doorleefd antwoord, kunnen we zoeken naar een uitweg, die ons verder helpt, los van wat in het algemeen nuttig en nodig is.

Bij iedere vraag ‘Waarom huil je?’, past een zorgvuldig en geduldig luisterende, respectvolle houding. Bij Maria uit Magdela hoorden we het al in het verschil tussen ‘de Heer’ en ‘mijn Heer’ en tussen het ‘ik‘ en ‘wij’, afhankelijk van wie de vraag stelt. Vaak zijn er meerdere redenen om te huilen. Bij Maria zijn dat ook het verdriet om Jezus’ lijden, dat ze van zo dichtbij heeft meegemaakt, en het vooruitzicht van een leven zonder de directe nabijheid van Jezus.
Als Jezus zich aan Maria openbaart, krijgt Maria gelijk twee opdrachten van hem: ‘Houd me niet vast’ en ‘Ga naar mijn broeders en zusters’. Jezus maakt een nieuw begin met Maria. De tijd van zorgen voor Jezus is na zijn opstanding voorbij en de tijd van boodschapper van de opgestane Heer is begonnen.
Ik hoop dat het Paasevangelie ons de moed en kracht geeft om opnieuw te beginnen na huilen en om verder te gaan met liefdevol leven in verbinding met God, onze naaste en onszelf.
Ds. Marjan Zebregs
 
terug