Geen inspiratie! Geen inspiratie!
Geen inspiratie!
Zondagmorgen. Deze dag moet de meditatie af zijn voor het komende nummer van Kerkewerk. Aan mij de ijdele eer deze keer hieraan te voldoen. De afgelopen dagen heb ik geprobeerd na te denken over waar de meditatie over zou moeten gaan. Verschillende onderwerpen en ideeën hebben kort, en soms wat langer in mijn gedachten gespeeld. Geen van deze gedachten heeft echter geleid tot zoveel inspiratie dat ik die aan het papier zou willen toevertrouwen om met u te delen. De geest is leeg, het lichaam te moe om het tij te keren.

Het is stil in huis, om mij heen de wind die giert om het huis en de regen die tegen de ramen slaat. Het zijn deze morgen de geluiden die mijn ziel bereiken. Is er dan niets dat gedeeld kan worden? Geen gedachte die de moeite waard is om verwoord te worden? Waar komt deze leegte vandaan? Waar is de bron gebleven?
Waar ben ik gebleven? Is mijn deel hier onder de zon dan niet voldoende om geïnspireerd voor u een  woord toe te vertrouwen aan dit witte papier dat u misschien even iets van inspiratie en of bemoediging geeft?

Ik ben een gezegend mens met heel veel goede dingen die mijn deel zijn. Al die zegeningen voorkomen niet dat mijn geest soms ernstig verdort. Ook geloof en kerk zijn daarvoor niet een afdoende medicijn.
Welvaart brengt geen welzijn, geloof brengt geen geborgenheid. Hoeveel wij er ook van krijgen in ons leven, in onze existentie zijn wij altijd aangevochten door leegte en zinloosheid, door tijd en vergankelijkheid.

Die leegte is deze morgen mijn deel en die is het enige dat ik met u kan delen. Ik heb niets anders te bieden. Dus geen verheven woorden, geen tekst van hoop of bemoediging, nee, enkel leegte.

Wat moet u daarmee? Wat zou het u interesseren? Niets toch! U leest dit woord toch omdat u bij een geloofsgemeenschap hoort die een woord voor deze wereld heeft?  Die een woord heeft voor ieder mens of deze nu in voorspoed of tegenspoed leeft. Wat dan geen inspiratie, wat dan leegte. Er is toch alle reden om te spreken, juist in deze tijd van teruggang en verval van geloof in onze samenleving. Juist nu, in een tijd van toenemende eenzaamheid en sociale teloorgang.

Ja ja, dat is zo, het is allemaal waar en toch al dat spreken, al dat bemoedigen, al dat getuigen brengen mij (en ik denk ook u) niet verder. Wij zijn volgestroomde lege vaten. Het vele verbergt onze leegte. Wanneer we stil worden en erkennen dat wij ten diepste leeg zijn komt er misschien plaats waar het goede, de Goede kan wonen. Voor u erken ik deze morgen mijn leegte. Wie weet zal ook mijn geest weer tot wasdom mogen komen, om  weer met u  te kunnen delen en te spreken over Hem of Haar die de wasdom geeft.
Uw reisgenoot
Arie Ravensbergen
 
terug