Wie is de baas? Wie is de baas?
Wie is de baas?
 
Ieder mens is op zoek naar vrijheid. Ieder wil zelf de keuzes maken die bepalend zijn voor het eigen leven: de keuze van een levenspartner, van een opleiding, van een vak. Ieder is op zoek naar geluk, voor zichzelf, voor haar of zijn geliefden. Tegelijk hebben we maar in beperkte mate zeggenschap over onze levenssituatie. De grote gebeurtenissen in het leven overkomen ons eenvoudig. Dat geldt in de eerste plaats het leven zelf. Wezenlijk voor het leven is dat het ons ongevraagd geschonken wordt. Over de uitkomst kan niet worden gecorrespondeerd. We moeten het doen met de omstandigheden waar we in terecht komen: het land, het gezin, ziekte of gezondheid, rijkdom of armoede. En ook als we bij het volwassen worden een eigen plek kiezen om te wonen en te werken, dan nog nemen we ons eigen lijf, onze handen en ons hoofd mee, met hun mogelijkheden en beperkingen. Gelukkig zijn kinderen meestal van jongsaf en van nature ondernemend en nieuwsgierig, en ze hebben een groot aanpassingsvermogen. Ze leren graag en snel. Je hoeft ze niet aan te sporen om op onderzoek uit te gaan, te leren zitten, kruipen, lopen, vragen stellen. En het is maar goed dat ouders (en ouderen) van nature geneigd zijn om baby’s de nodige zorg en liefde te geven. Zonder dat zouden ze niet overleven.
 
De drang om te leven, ook in barre omstandigheden, is ieder aangeboren, evenzeer als de hang naar vrijheid, om zelf te kiezen hoe je leven wilt. In onze cultuur ligt veel nadruk op het recht op zelfbeschikking van elk individu. Het eigen leven wordt dan beschouwd als ieders persoonlijke eigendom, waarover die vrij moet beschikken. Bij een christelijke levensovertuiging past het geloof dat God het leven geeft. Dat houdt in dat je leven een bedoeling heeft, en je wordt uitgedaagd om die bedoeling te vinden. Het houdt ook in dat geen ander mens eigenaar van jouw leven kan zijn.
 
Vaak wordt gesteld dat ingrijpen in het leven op gespannen voet staat met het geloof in God als gever van het leven. Dat argument overtuigt niet echt. Ingrijpen in het leven en in de natuur is zo oud als de mens. Altijd hebben mensen ingegrepen in hun leefomstandigheden en in hun gezondheidstoestand, met de bedoeling om die te verbeteren waar dat mogelijk. We hoeven niet alles wat ons overkomt zomaar te ondergaan. We hebben de macht gekregen om door onze inspanningen de wereld leefbaarder te maken. Dat is het kerndoel van menselijke arbeid.
 
Mensen zijn geen zelfstandige individuen. In wat we ook doen, of we nu werken of vrij zijn, als we boodschappen doen of in de trein stappen, voortdurend maken we gebruik van wat anderen tot stand hebben gebracht. We vormen met elkaar een samenleving. Achter de grote vraag hoe we moeten leven staat de nog grotere levensvraag hoe we moeten samenleven. Dat is de betekenis van de visie op het leven als een geschenk van God. Hij is het die ons wijst op anderen. Elke beslissing die we nemen heeft ook gevolgen voor anderen. Dat geldt ook voor keuzen betreffende ingrijpen in het leven, die vooral ook de naaststaanden raken. Daarom is hun betrokkenheid nodig voor een zorgvuldige afweging.
 
Ook keuzen in de loopbaan worden beïnvloed door de vraag naar de eigenaar van je leven. Bij de visie op het leven als geschenk past het uitgangspunt dat arbeid een dienst aan de samenleving hoort te zijn. Dat maakt vrede en gerechtigheid tot het grote doel van onze gezamenlijke inspanningen. Daar komt nog bij dat inmiddels de macht van de mens zo groot is geworden dat de aarde zelf bedreigd wordt door de ongebreidelde behoeften van de mens. Aan het doel van arbeid moeten we dan ook de heelheid van de schepping toevoegen. Dat zijn grote woorden, en het is natuurlijk niet altijd eenvoudig om dat uitgangspunt toe te passen, bijvoorbeeld bij een sollicitatie. Maar het maakt wel degelijk verschil als we dit besef levend houden.
Gerard Nienhuis

 
terug