Gemeente zijn Gemeente zijn
Wanneer wij als leden van onze gemeente op zondag bij elkaar komen, lezen we met elkaar uit de Bijbel. Ook daarin kunnen we, zowel in het Oude als het Nieuwe Testament, veel lezen over de persoonlijke omgang van God met de mensen. De evangelisten beschrijven het leven en het optreden van Jezus en als je dat leest merk je dat hij heel persoonlijk met de mensen omgaat en geeft om hun individuele problemen.

Doordat elk van ons een eigen persoonlijk geloofsverhaal heeft, hebben we elkaar veel te vertellen en kunnen we veel van elkaar leren. Nog belangrijker is dat, als wij dat doen, we veel meer te weten komen over wie God is. We maken Hem ook beter bekend bij de ander. We laten veel meer van Hem zien aan elkaar.

Ik wil in deze meditatie de grote waarde van de gemeente benadrukken. In Kolossenzen 1 vs. 18 staat: ‘Hij, Christus, is het hoofd van het lichaam, de kerk.’ In 1 Korintiërs 12 staan verschillende prachtige dingen over het gemeente-zijn. Daar staat in vs. 7: ‘In iedereen is de Geest zichtbaar aan het werk, ten bate van de gemeente.’ Verderop in dit hoofdstuk wordt de gemeente beschreven als één lichaam, waarin alle verschillende delen samen werken om het goed te laten functioneren, en waarin geen deel gemist kan worden. De delen vormen samen een eenheid. Zo is het ook met het lichaam van Christus. ‘Wij zijn allen gedoopt in één Geest en zijn daardoor één lichaam geworden, wij zijn allen van één Geest doordrenkt.’ (vs. 12 en 13).

We kunnen dat niet naast ons neerleggen. We hebben elkaar nodig in de kerkelijke gemeente, om goed te kunnen functioneren. Als je er niet bent valt er een gat, en raakt het lichaam incompleet. Ieder gemeentelid, met zijn eigen ervaringen en talenten (door de Geest gegeven), is nodig. Ieder heeft zijn eigen plaats in de gemeenschap. ‘God heeft ons lichaam zo samengesteld dat de delen die het nodig hebben ook zorgvuldiger behandeld worden, zodat het lichaam zijn samenhang niet verliest’ (vs. 24 en 25). ‘Welnu, jullie zijn het lichaam van Christus en ieder van jullie maakt daar deel van uit.’ (vs.27).

Waarom ben ik lid van de gemeente van De Goede Herder? Ik geloof dat de Geest met mij mee is gegaan van toen ik nog niet geboren was, via allerlei plekken waar ik heb gewoond en waar ik ook steeds bij een andere gemeente hoorde, tot aan hier. Op elke plek heb ik nieuwe dingen geleerd, gezien en gehoord. Als je lid bent moet je dat actief zijn. Daar worden we toe geroepen. Actief in de geloofsgemeenschap en daarbuiten. In ons dorp en in de wereld. Naar vermogen en op een ontspannen manier. Ook ik ben een stukje van het lichaam.

Mijn, ons, geloof wordt opgebouwd via de liederen die we zingen, via de gebeden, via de lezingen uit de Bijbel, via de uitleg van wat we gelezen hebben, via prachtige melodieën, via stilte, via gezamenlijk uitgesproken gebed, een gedicht, een ontmoeting met een ander, een liturgisch bloemstuk. De Geest is hierin heel creatief. Het mooie van een kerkelijke gemeente is dat we gelijk zijn voor God en in Hem zijn we gelijk voor elkaar. Wie we ook zijn en wat voor een opleiding we ook hebben. We hebben allemaal onze unieke vaardigheden. Al zit je maar naast iemand en je geeft een knikje, een hand, een knipoog, een schouderklopje. Je zegt gedag. Dat betekent dat je de ander ziet. Jijzelf wordt ook gezien als je een begroeting terug krijgt. Iemand informeert naar jou of iemand van je familie. Je bent in staat ziekte of lijden of eenzaamheid of blijdschap te melden aan elkaar. Dan kun je daar samen voor bidden en danken. Je kunt de dingen die zwaar op je hart liggen vertellen. Je kunt de blijde dingen delen. Dat zijn ontzettend waardevolle dingen die je kunt beleven in en rondom de eredienst. Als ik niet kom mis ik veel van die opbouwende dingen. Als ik niet kom, kan een ander niet worden opgebouwd door mij. Ik voel mij dus geroepen om er te zijn.

Ook buiten het zondagse samen komen werkt de Geest via ontelbare wegen. Ook in mensen die niet naar de kerk kunnen komen of willen komen. Wij zijn geroepen om ook daar lichaam van Christus te zijn.

Pollyanna Nienhuis
terug