Hemelvaartsgedicht van Johannes Zwick (1496-1542)
Hemelvaartsgedicht van Johannes Zwick (1496-1542)
Op deze dag gedenken wij Op deze dag gedenken wij de hemelvaart des Heren en bidden saam: ‘O God, nu Gij Hem tot U weer deed keren, wees met ons, want de weg is ruw; zend ons uw Geest, opdat wij uw nabijheid niet ontbreken. Geloofd zij God, de weg is vrij, de hemel staat ons open; Christus ontsloot de poort en wij mogen er binnenlopen. Wie dit gelooft, die rust zich toe en volgt zijn Heer en wordt niet moe te wandelen in hope. Wie horen wil bij Christus, moet zijn zelfzucht overwinnen, immers Hij zelf sprak: ‘Vlees en bloed kan ’t hemelrijk niet binnen.’ De weg van waar geloof alleen voert naar omhoog, voert ons daarheen, laat ons die reis beginnen! Die hemelvaart vangt in ons aan, als wij ’t niet zelf verhindren. Wie gaan waar Christus is gegaan, die telt God bij zijn kindren: broeders en zusters van de Heer. ’t Is al zijn vreugde, al zijn eer dat zij hun Vader vinden. Dat zal een dag zijn schoon en rijk, als God ons zal ontvangen en maken aan zijn Zoon gelijk, vervuld is ons verlangen! Dan zijn wij eeuwig welgemoed, verheugd in Hem, ons hoogste goed. God doe het ons erlangen! | ||
terug | ||