liturgisch bloemstuk liturgisch bloemstuk

 

In de liturgische schikking zien we rozen in verschillende kleuren.
De roos is het symbool voor liefde.
Vandaag denken we hier aan de liefde van God voor mensen en
de liefde van ambtsdragers voor het werk in deze gemeente van Christus.
Het werk van ambtsdragers doet de gemeente bloeien,
maar aan het werk zitten soms ook doornen.
De witte boog staat voor open staan en ontvankelijk zijn
en ook voor beschutting.
De rode rozen staan voor de nieuw aantredende ambtsdragers.
Rood is de liturgische kleur voor een eredienst,
waarin we ambtsdragers bevestigen
Rood is de kleur van de heilige Geest,
de Trooster en Inspirator,
die mensen aanvuurt.
De witte rozen staan voor de ambtsdragers, die hun ambt verlengen.
Wit is de liturgische kleur van de grote feesten Pasen en Kerstmis.
Nu is het een verwijzing naar het feest van door kunnen gaan
met het dragen van een ambt in de gemeente van Christus.
De roze rozen staan voor de mensen, die afscheid nemen van hun ambt.
Roze is de liturgische kleur voor het midden van de Adventtijd en de Veertigdagentijd.
Hiervoor waren zij ambtsdrager in een specifiek ambt.
Hierna zijn zij ambtsdrager in het ambt aller gelovigen.
De klimop staat voor trouw.
Dit is trouw aan God en aan Gods woord, de Bijbel.
Het is ook de trouw aan de gemeente van Christus en de dienst in de wereld.

 
terug