zondag 10 november 2024 om 10:00 uur

Morgendienst
Voorganger(s): ds.B. Broeren uit Katwijk



Orde van dienst 10 november 2024
Gereformeerde Kerk Valkenburg
Voorganger: ds. Barbara Broeren

Welkom

Zingen: Psalm 78:1,2
Mijn volk, ik ga geheimen openleggen.
Wend nu het oor tot wat ik u zal zeggen.
Verborgenheden wil ik openbaren,
een van oudsher ons doorgegeven mare,
roemrijke daden door de Heer volbracht,
zijn grote wond’ren en zijn grote kracht.

Laat ons wat onze vaderen vertelden
doorgeven en aan onze kind'ren melden.
't Getuigenis aan Israël geschonken,
het heil dat van de hemel heeft geklonken,
het is een licht dat ons ten leven leidt, -
ons en alwie door ons wordt ingewijd.

Stil gebed, bemoediging en groet

Kindermoment

Kinderlied: Een parel in Gods hand (https://youtu.be/E73f8uhlQBw?feature=shared)

Gebed

Zingen: NLB 723
Waar God de Heer zijn schreden zet
daar wordt de mens, van dwang gered
weer in het licht geheven.
Als 's Heren woord weerklinkt met macht
wordt aan het volk dat Hem verwacht
de ware troost gegeven.
Zijn Geest weerstaat de valse schijn
en schrijft in harten het geheim
van 's Vaders grote daden.
Zo leven wij om Christus' wil
te allen tijd gerust en stil
alleen van zijn genade.

O Heer, uw onweerstaanbaar woord
drijft rusteloos de eeuwen voort
wat mensen ook verzinnen.
En waar de weg onvindbaar scheen
mochten wij door geloof alleen
de tocht opnieuw beginnen.
Gij hebt de vaderen bevrijd
en uit het diensthuis uitgeleid
naar 't land van melk en honing.
Hervorm, herschep ook ons geslacht,
opdat het door de wereldnacht
de weg vindt naar uw woning.

Schriftlezing: Exodus 16:1-5 en 13b-30
1Vanuit Elim trok het hele volk van Israël weer verder. Op de vijftiende dag van de tweede maand na hun vertrek uit Egypte bereikten ze de woestijn van Sin, die tussen Elim en de Sinai ligt. 2-3Daar in de woestijn begon het volk zich opnieuw te beklagen. ‘Had de HEER ons maar laten sterven in Egypte,’ zeiden ze tegen Mozes en Aäron. ‘Daar waren de vleespotten tenminste gevuld en hadden we volop brood te eten. U hebt ons alleen maar naar de woestijn gebracht om ons hier allemaal van honger te laten omkomen.’
4De HEER zei tegen Mozes: ‘Ik zal voor jullie brood uit de hemel laten regenen. De mensen moeten er dan elke dag op uit gaan om net zo veel te verzamelen als ze voor die dag nodig hebben. Daarmee stel ik hen op de proef: ik wil zien of ze zich aan mijn voorschriften houden. 5Op de zesde dag moeten ze tweemaal zo veel verzamelen en klaarmaken als op de andere dagen.’

[…]

13b ... de volgende morgen lag er overal rond het kamp dauw. 14Toen de dauw opgetrokken was, bleek de woestijn bedekt met een fijn, schilferachtig laagje, alsof er rijp op de aarde lag. 15‘Wat is dat?’ vroegen de Israëlieten elkaar toen ze het zagen; ze begrepen niet wat het was. Mozes zei tegen hen: ‘Dat is het brood dat de HEER u te eten geeft. 16De HEER heeft bepaald dat ieder ervan kan verzamelen wat hij nodig heeft. Iedereen mag er één omer van nemen voor elke persoon die bij hem in de tent woont.’ 17De Israëlieten deden dat. De een verzamelde veel, de ander weinig. 18Toen ze het namaten, hadden zij die veel verzameld hadden niet meer dan een omer, en zij die weinig verzameld hadden niet minder, terwijl toch iedereen zo veel had genomen als hij nodig had. 19Mozes verbood om ook maar iets ervan tot de volgende dag te bewaren. 20Sommigen luisterden niet naar hem en bewaarden toch iets; de volgende morgen zat het vol wormen en stonk het. Mozes wees hen scherp terecht.
21Elke morgen verzamelde ieder zo veel als hij nodig had; zodra de zon begon te branden, smolt het weg. 22Maar op de zesde dag verzamelden ze een dubbele hoeveelheid: twee omer per persoon. De leiders van het volk kwamen dit bij Mozes melden. 23Mozes zei tegen hen: ‘De HEER heeft dit zo bepaald. Morgen is het een dag van rust, een heilige sabbat ter ere van de HEER. Bak of kook daarom wat u wilt klaarmaken, en bewaar wat er overblijft tot morgen.’ 24Ze lieten dus iets over voor de volgende dag, zoals Mozes had opgedragen; nu stonk het niet en zaten er geen wormen in. 25‘Dit moet u vandaag eten,’ zei Mozes, ‘want vandaag is het sabbat, een rustdag ter ere van de HEER, en zult u buiten het kamp niets vinden. 26Zes dagen kunt u voedsel verzamelen, maar de zevende dag is het sabbat, dan is het er niet.’ 27Toch gingen sommigen ook op de zevende dag op zoek, maar ze vonden niets. 28Toen zei de HEER tegen Mozes: ‘Hoe lang blijven jullie nog weigeren mijn geboden en voorschriften in acht te nemen? 29De HEER heeft jullie de sabbat gegeven en daarom geeft hij jullie op de zesde dag voedsel voor twee dagen. Laat ieder dus op de zevende dag blijven waar hij is, niemand mag dan het kamp verlaten.’ 30Toen hield iedereen op de zevende dag rust.

Zingen: Psalm 78:3
O Heer, hoezeer onwillig en weerbarstig,
ontrouw van geest, van harte onstandvastig
is het geslacht dat zich op U niet richtte,
dat niet volbracht waartoe Gij het verplichtte,
uw daden en uw tekenen vergat
die Gij de vaderen bewezen had.

Schriftlezing: Matteüs 6:24-34
24Niemand kan twee heren dienen: hij zal de eerste haten en de tweede liefhebben, of hij zal juist toegewijd zijn aan de ene en de andere verachten. Jullie kunnen niet God dienen én de mammon. 25Daarom zeg Ik jullie: maak je geen zorgen over je leven, over wat je zult eten of drinken, noch over je lichaam, over wat je zult aantrekken. Is het leven niet meer dan voedsel en het lichaam niet meer dan kleding? 26Kijk naar de vogels in de lucht: ze zaaien niet en oogsten niet en vullen geen voorraadschuren; het is jullie hemelse Vader die ze voedt. Zijn jullie niet meer waard dan zij? 27Wie van jullie kan door zich zorgen te maken ook maar één dag aan zijn levensduur toevoegen? 28En wat maken jullie je zorgen over kleding? Kijk eens naar de lelies, kijk hoe ze groeien in het veld. Ze werken niet en weven niet. 29Ik zeg jullie: zelfs Salomo ging in al zijn luister niet gekleed als een van hen. 30Als God het groen dat vandaag nog op het veld staat en morgen in de oven gegooid wordt al met zoveel zorg kleedt, met hoeveel meer zorg zal Hij jullie dan niet kleden, kleingelovigen? 31Vraag je dus niet bezorgd af: Wat zullen we eten? of: Wat zullen we drinken? of: Waarmee zullen we ons kleden? – 32dat zijn allemaal dingen die de heidenen najagen. Jullie hemelse Vader weet wel dat jullie dat alles nodig hebben. 33Zoek liever eerst het koninkrijk van God en zijn gerechtigheid, dan zullen al die andere dingen je erbij gegeven worden. 34Maak je dus geen zorgen voor de dag van morgen, want de dag van morgen zorgt wel voor zichzelf. Elke dag heeft genoeg aan zijn eigen kwaad.

Zingen: Psalm 78:8
Zou Hij die al wat leeft heeft laten groeien,
die beken uit de steenrotsen deed vloeien-
een overvloed van water om te leven, -
ook overvloed van broden kunnen geven
en vlees aan ons verschaffen op zijn tijd?
Dat hoorde God in grote grimmigheid.

Uitleg en verkondiging

Zingen: Psalm 23b
De Heer is mijn Herder!
'k Heb al wat mij lust;
Hij zal mij geleiden
naar grazige weiden.
Hij voert mij al zachtkens
aan waat'ren der rust.

De Heer is mijn Herder!
Hij waakt voor mijn ziel,
Hij brengt mij op wegen
van goedheid en zegen,
Hij schraagt me als ik wankel,
Hij draagt me als ik viel.

De Heer is mijn Herder!
Al dreigt ook het graf,
geen kwaad zal ik vrezen,
Gij zult bij mij wezen;
o Heer, mij vertroosten
uw stok en uw staf!

De Heer is mijn Herder!
In 't hart der woestijn
verkwikken en laven
zijn hemelse gaven;
Hij wil mij versterken
met brood en met wijn.

De Heer is mijn Herder!
Hem blijf ik gewijd!
'k zal immer verkeren
in 't huis mijnes Heren:
zo kroont met haar zegen
zijn liefde me altijd.

Dankgebed en voorbeden

Mededelingen

Collectemoment

De tafel wordt gereedgemaakt

Zingen: Hemelhoog 344 (als geloofsbelijdenis; melodie: Loof de koning, heel mijn wezen)
Ik geloof dat God mijn Vader
Bron van al het goede is,
die van hemel en van aarde
Schepper, Herder, Hoeder is:
Hij zal weiden, medelijden,
teder als een moeder is.

Ik geloof dat Jezus Heer is,
die zachtmoedig binnenrijdt,
aan wie alle dank en eer is:
zaad tot ondergang bereid.
Opgestaan en opgevaren
keert Hij weer in heerlijkheid.

Ik geloof: de Geest, de Trooster,
en één kerk, de ware bruid,
de vergeving van de zonden
paaslicht dat ons graf ontsluit.
Eeuwig samen zing ik ‘amen’,
roep ik, God, uw glorie uit!

Tafelgebed

Tijdens het tafelgebed zingen we: NLB 405:3,4
Heilig, heilig, heilig! Gij gehuld in duister,
geen oog op aarde ziet U zoals Gij zijt.
Gij alleen zijt heilig, enig in uw luister,
één en al vuur en liefde en majesteit.

Heilig, heilig, heilig! Heer, God almachtig,
hemel, zee en aarde verhoogt uw heerlijkheid.
Heilig, heilig, heilig! Liefdevol en machtig,
drievuldig God, die één in wezen zijt.

We sluiten het tafelgebed af met het gezamenlijk gebeden Onze Vader

Nodiging en instellingswoorden

Gemeenschap van brood en wijn

Dankgebed

Zingen: NLB 978
Aan U behoort, o Heer der heren,
de aarde met haar wel en wee,
de steile bergen, koele meren,
het vaste land, de onzekere zee.
Van U getuigen dag en nacht.
Gij hebt ze heerlijk voortgebracht.

Gij roept het jonge leven wakker,
een tuin bloeit rond het open graf.
Er ruisen halmen op de akker
waar zich het zaad verloren gaf.
En vele korrels vormen saam
een kostbaar brood in uwe naam.

Gij hebt de bloemen op de velden
met koninklijke pracht bekleed.
De zorgeloze vogels melden
dat Gij uw schepping niet vergeet.
’t Is alles een gelijkenis
van meer dan aards geheimenis.
 
Laat dan mijn hart U toebehoren
en laat mij door de wereld gaan
met open ogen, open oren
om al uw tekens te verstaan.
Dan is het aardse leven goed,
omdat de hemel mij begroet.

Wegzending en zegen

Zingen: Zing amen.



 

terug