Een Kerstgedicht
Een Kerstgedicht
Van Anton Lokker, getiteld: De uitgestoken hand Tot u komt een uitgestoken hand en neemt je even weg uit je vaderland. Om je mee te nemen in het Bijbelse boek, om in gedachten te gaan op kraambezoek. We gaan langs restaurants vol met mensen, bioscopen gevuld met geheel andere wensen. Winkels vol cadeaus uitstralende romantiek, kerstmarkten gevuld met moderne kerstmuziek. Langs vele lampjes die branden in bomen, de kerstboodschap is door velen niet aangenomen. De hand die mij meeneemt gaat alles voorbij, we lopen nu door het boek Genesis zij aan zij. De hand wijst ….Ik zal vijandschap zetten tussen haar zaad en uw zaad, wil je daar op letten? Hier wordt het Kerstkind al voorgesteld en door Gods liefde, in genade al voorspeld. De hand wijst nu op het Kerstkind zijn geslacht, door grote zondaren gaat het heen, nooit gedacht. 'k Zie Rachab maar ook Ruth uit Moab staan, door deze vrouwen heen zal het Kindeke gaan. Maria gesmaad om haar ongetrouwde zwangerschap, droeg voor Gods Zoon zorg om het moederschap. De hand bracht me naar een stal van dieren, mag ik hier in Lukas een geboorte vieren? Daar ligt een Kindeke in doeken gewonden gedaald van 's Vaders huis voor onze zonden. Hulpeloos en klein maar toch vol kracht, werd het voor mij een bijzondere nacht. Wonderlijk.. toen de hand het Kindeke tot zich nam, gaf Het over in mijn armen en zei: dit is Gods Lam. Ik zag de onschuld dat straalde van dit Kind, geboren in een stal omdat Het mij bemint. Ik zag de liefde in deze kinderogen, Het wil lijden om mij te verhogen. 'k Zie de handjes die grijpen om zich heen, hier gaan de nagels voor mij doorheen. Ik hoor Zijn stemmetje die schreiend tot me komt, ik kan niet meer spreken, ik ben verstomd. Ik staar naar de beentjes die voor mij gaan lopen, opdat ik uit Zijn volbracht werk mag gaan hopen. O, mijn Kind, waarom mag ik Je nu dragen, en geleidt Uw hand me op deze kerstdagen? Toen sprak daar een liefelijke stem, bij de kribbe in de stal van Bethlehem. Heden is u geboren het Christuskind, dat zich nu in uw armen bevindt. Opdat u het vasthoudt en het blijft aanbidden, zo blijft geheel uw leven het Kerstkind in uw midden. | ||
terug | ||