Vrijheid en verantwoordelijkheid Vrijheid en verantwoordelijkheid
Vrijheid en verantwoordelijkheid
 
Op vrijdagavond 4 mei was ik bij de dodenherdenking op de erebegraafplaats in Valkenburg. Met aandacht ben ik langs de graven gelopen van de heel jonge mannen die er begraven liggen. Ook de burgerslachtoffers worden genoemd op de gedenkzuil. De strijd die geleverd is voel je dan als dichtbij.
Het is belangrijk te gedenken. Het is goed om stil te staan bij de dood van deze mensen, die toevallig toen en daar hun dienstplicht vervulden. Stil te staan bij de dood van burgers die niets met de oorlog te maken hadden. Toevallig landden de Duitse vliegtuigen op het vliegveld Valkenburg en bleven daar in de modder steken. Er ontstond een dagenlang gevecht dat veel ellende, verwoesting en chaos veroorzaakte.
Ook bij mij komt de oorlog altijd dichtbij op 4 en 5 mei, hoewel ik pas 4 jaar na de oorlog geboren werd. Ik denk dan aan mijn eigen vader en moeder, die op dat moment nog gevangen zaten in Japanse kampen. Mijn moeder op Java, mijn vader in Japan zelf, waar hij in een afgekeurde kolenmijn dwangarbeid moest doen. Ook zij waren jong. Bij de Japanse inval waren ze beiden 23 jaar oud en pas getrouwd. Drie-en-half jaar duurde die opsluiting. Mijn vader kwam vrij doordat Japan capituleerde, nadat de twee atoombommen waren afgeworpen op Hiroshima en Nagasaki. Daardoor heeft ook mijn moeder het kamp overleefd. Anders zou zij beslist van de honger en de uitputting gestorven zijn. Die bommen hebben het mogelijk gemaakt dat ik geboren kon worden. Heb ik mijn leven te danken aan de dood en het lijden van veel anderen? Dat is een gedachte die mij rechtstreeks met de Tweede Wereldoorlog verbindt.
Ik kan niet geloven dat het de wil van God geweest is dat er zoveel mensen op zo’n verschrikkelijke manier stierven, hoewel er veel mensen om een ingrijpen van God gebeden hebben in die tijd. Dat zal ongetwijfeld ook zo zijn geweest bij de Joden, die vanuit de door de Duitsers bezette gebieden in Europa naar de vernietigingskampen zijn gedeporteerd. Door de slachtoffers van de Holocaust zal vurig gebeden zijn. Dat geldt ook voor de mensen die ondergedoken zaten.
Ik kan niet geloven dat God gewild heeft dat zij zo leden en zulke verschrikkelijke dingen moesten ondergaan. Veeleer is het de macht van verkeerde leiders en hun achterban. Het zijn mensen die elkaar dit aandoen.
Mede als gevolg van de Holocaust in Europa werd het mogelijk dat de Joodse staat gesticht werd. Algemeen werd beseft dat er een plek nodig was waar dit geknechte volk veilig zou kunnen  wonen.  Maar daarmee werden ook de rechten van de niet-Joodse bewoners geschonden. Daar was weinig oog voor. Het land waarop zij, vaak generaties lang, hadden gewoond en gewerkt werd hen afgenomen. Velen leven nu, ook al generaties lang, in kampen als in een gevangenis, zonder uitzicht op verbetering.
Ik kan niet geloven dat God dit zo gewild heeft. Onze God is een God van Liefde. Onze opdracht is om de Heer onze God lief te hebben (met al onze kracht, heel ons hart en heel ons verstand) en onze naaste als onszelf. Jezus  heeft ons voorgeleefd en hij heeft ons verteld hoe we dat moeten doen. Zijn Geest werkt in ons en zet ons aan om niet te zwijgen, maar om onrecht aan de kaak te stellen. Je moet het benoemen en willen opkomen voor degenen die onderdrukt worden. Het is de verantwoordelijkheid die ieder heeft die vrij is.
Nu ik dit stukje schrijf is het ruim een week geleden dat ik, voorafgaand aan de dodenherdenking in Valkenburg, bij de herdenkingsbijeenkomst in de Dorpskerk in Katwijk aan de Rijn was. Twee liederen werden ten gehore gebracht door het Pop- en Rockkoor ‘ Pop4shore!’ Prachtig zongen ze. Enkele regels uit het lied You’re the Voice  (John Farnham en Tom Jones):
This time, we know we all can stand together
With the power to be powerful
Believing, we can make it better
We’re all someone’s daughter
We’re all someone’s son
 
Pollyanna Nienhuis-Buma
 
terug